De geschiedenis van Maarsstee

Gepubliceerd op: 10-04-2025

De geschiedenis van Maarsstee – van veen tot woonwijk

maarssteeoud.jpeg

Maarsstee is een woonwijk in het noorden van Stadskanaal die in de tweede helft van de twintigste eeuw tot stand kwam. De wijk is het resultaat van een periode van sterke bevolkingsgroei, stedelijke uitbreiding en veranderende woonwensen in Nederland, en meer specifiek in Oost-Groningen.

Waarom Maarsstee werd gebouwd

Na de Tweede Wereldoorlog kende Nederland een snelle wederopbouw, gevolgd door de ‘babyboom’ en economische groei. In Stadskanaal zorgden deze ontwikkelingen voor een stijgende vraag naar moderne woningen. Tegelijkertijd onderging de regio een economische transformatie: de traditionele verveningen en landbouwactiviteiten maakten steeds meer plaats voor industrie en dienstverlening.

In de jaren ’50 en ’60 groeide Stadskanaal uit tot een regionaal centrum, mede dankzij de komst van bedrijven zoals Philips en andere industriële werkgevers. Er was dringend behoefte aan nieuwe woonruimte voor werknemers en jonge gezinnen. De bestaande woonkernen konden deze vraag niet opvangen, wat leidde tot het ontwikkelen van nieuwe uitbreidingswijken zoals Maarsstee.

De bouw en opzet van de wijk

Maarsstee werd vanaf de jaren zestig aangelegd op voormalig veengrondgebied. De stedenbouwkundige opzet was modern: brede straten, veel groen, gescheiden verkeer (auto’s, fietsers en voetgangers), en woonbuurten met eigen identiteit. Er kwamen een mix van huur- en koopwoningen, waaronder drive-inwoningen, eengezinswoningen en laagbouwflats.

In het hart van de wijk werd een wijkwinkelcentrum aangelegd met onder meer een supermarkt, bakker, drogist en andere voorzieningen. Ook kwamen er basisscholen, sportvoorzieningen en speeltuinen, waardoor Maarsstee aantrekkelijk werd voor jonge gezinnen.

Sociale opbouw en verandering

In de beginjaren kende Maarsstee een hechte en jonge bewonersgroep. Veel bewoners waren afkomstig uit andere delen van Stadskanaal of uit dorpen in de regio. De wijk had een vooruitstrevend karakter: modern wonen in een groene omgeving, dicht bij werk en voorzieningen.

Vanaf de jaren tachtig veranderde dit beeld. De eerste generatie bewoners werd ouder, en er kwamen nieuwe groepen bewoners bij, waaronder mensen met een andere culturele achtergrond. Sommige delen van de wijk kregen te maken met leegstand en achterstallig onderhoud, wat leidde tot nieuwe uitdagingen op het gebied van leefbaarheid.

Op naar een nieuwe tijd

Aan het eind van de jaren negentig waren de eerste signalen zichtbaar van herstructurering. De gemeente en woningcorporaties begonnen plannen te maken om de wijk op te knappen. Bewoners werden daarbij steeds meer betrokken, en er ontstonden initiatieven om de wijk leefbaarder, veiliger en aantrekkelijker te maken. Veel van die veranderingen zouden pas in de decennia na 2000 echt zichtbaar worden.